Vintage eikenhouten eetset van Kramer en Hildo Krop van Martinus Granpré Molière, Nederland 1930

Nederlandse Art Deco eetkamer in de stijl van Kramer en Hildo Krop, Nederland, jaren 1930. Uitbundige en sculpturale massief eikenhouten Amsterdamse School tafel en stoelen. De Amsterdamse School is een bouwstijl die van ongeveer 1910 tot 1930 in Nederland opkwam. De Amsterdamse School-beweging maakt deel uit van de internationale expressionistische architectuur, soms in verband gebracht met het Duitse baksteenexpressionisme. De gebouwen van de Amsterdamse School worden gekenmerkt door baksteenbouw met ingewikkeld metselwerk met een afgerond of organisch uiterlijk, een relatief traditionele massering en de integratie van een uitgebreid patroon van bouwelementen binnen en buiten: decoratief metselwerk, kunstglas, ijzerwerk, 'ladder'-spitsen of ramen (met horizontale roeden) en geïntegreerd architectonisch beeldhouwwerk. Doordrenkt van socialistische idealen werd de Amsterdamse School-stijl vaak toegepast op arbeiderswijken, lokale instellingen en scholen. Voor veel Nederlandse steden ontwierp Hendrik Berlage de nieuwe stadsplannen, terwijl de architecten van de Amsterdamse School verantwoordelijk waren voor de gebouwen. Michel De Klerk had qua bouwstijl een andere visie dan Berlage. In het Bouwkundig Weekblad 451916 bekritiseerde Michel De Klerk de recente gebouwen van Berlage in de stijl van het Nederlandse traditionalisme. In dit verband kan de Beurs van Berlage uit 1905 worden gezien als het startpunt van de traditionalistische architectuur. Tussen 1920 en 1930 ontwikkelden zich in Nederland verschillende parallelle stromingen: Traditionalisme (Kropholler, deels Berlage), Expressionisme (de Klerk, Kramer), De Stijl (Rietveld, Oud, van Doesburg met het manifest De Stijl1917 tegen de 'moderne barok' van de Amsterdamse school), Rationalisme (van Eesteren, van Tijen, Merkelbach met het manifest De-81927 tegen de Amsterdamse School), Constructivisme (Duiker, van der Vlugt), het specifieke baksteenkubisme van Dudok en Berlage.De expressionistische architectuur van de Amsterdamse School is de meest succesvolle stijl van de jaren twintig. Voor veel buitenlandse architecten was Amsterdam het 'Mekka' van de nieuwe stadsuitbreidingen. Maar de traditionalistische beweging hield langer stand, tot in de jaren vijftig, dankzij de zogenaamde Delftse School, vertegenwoordigd door Martinus Granpré Molière aan de TU Delft. In de jaren zestig was de rationalistische beweging dominant. De Nederlandse rationalist Willem van Tijen stelde in een bekende toespraak dat de Amsterdamse school een waarschuwend voorbeeld was voor architecten (gepubliceerd in Forum 91960-61). Na de dood van Piet Kramer in 1961 was geen enkele architectonische instelling of museum geïnteresseerd in zijn expressionistische werk. Daarom werden al zijn tekeningen, plannen en maquettes verbrand.B 56 cm, D 56 cm, H 101 cm, SH 46 cm